Het eerste zicht is op het rietgedekte hoofdgebouw van het vakwerkensemble uit 1863; Als eengrote groene oase ligt het bijna-natuurlijke landgoed tussen de gerooide velden van de huidige landbouwindustrie.
Een 250 meter lange weg omzoomd met fruit- en sleedoornbomen leidt naar het 7.000 vierkante meter grote landgoed.
In het midden staat het rietgedekte vakwerkhuisje, dat is omgebouwd tot een modern woongebouw maar op voorbeeldige wijze is gerestaureerd.
Het huis en drie vakwerkbijgebouwen vormen een aantrekkelijke binnenplaats.
In de grote tuin staan veel park- en fruitbomen, waarvan sommige zeldzaam zijn. Wie door de parkachtige tuin wandelt, denkt onvermijdelijk aan een arboretum: er staan alleen al een dozijn walnotenbomen, waaronder notenbomen en zwarte notenbomen. Deze worden vergezeld door mispelbomen, pijpenstrootje, hazelaar, lijsterbes, peren- en appelkweepeer, kastanje- en moerbeibomen en een selectie sierappels.
Het concept van de bewoners is gericht op het behoud van de esthetiek van oude gebouwen, zo veel mogelijk natuurlijkheid, een opbrengst aan fruit en bloemen, plezier in de tuin en, last but not least, lichaamsbeweging.
De doorlopende natuurstenen bestrating met talrijke bloempotten maakt het plaatje compleet.
Als bezoekers op een zomerse dag goed rondkijken en luisteren, zullen ze de talrijke insecten en vogels opmerken die de tuin bevolken. Fladderen en zoemen: bijen, hommels, vlinders - ze maken hier allemaal een rendez-vous. Niet voor niets heeft Klaus Mees voor zijn tuin al de Natuurbeschermingsprijs van het district Osnabrück ontvangen.
De gastheer leidt zijn gasten graag door de tuin, waarvoor je wel wat tijd moet inplannen, want de grote natuurliefhebber kan je veel botanische informatie geven.