Haus Sögeln is een typisch herenhuis in het voormalige prinsbisdom Osnabrück.
Het functionele, eenvoudige hoofdgebouw is aan het einde van de 18e eeuw gebouwd en het park wordt omgeven door grachten. Tegenwoordig biedt het complex dat kan worden bereikt via een oude lindenlaan, met zijn vele bijgebouwen bijzondere overnachtingsmogelijkheden.
Sinds het midden van de 14e eeuw is een adellijke habitatio (=versterkte woning) in de Sögelnse boerenstand gedocumenteerd. Hier woonde de landheer van wie de omliggende boerderijen afhankelijk waren.
Het oudste deel van het huidige complex is waarschijnlijk de poorttoren die oorspronkelijk een defensieve woontoren was. De schietgaten op de begane grond illustreren het versterkte karakter van dit complex dat in de 16e eeuw nog bekend stond als kasteel.
Sögeln is door de jaren heen vaak van eigenaar veranderd. In 1793 kocht Friedrich Philipp von Hammerstein het landgoed in Equord en liet het hoofdgebouw herbouwen. Het oude gebouw voldeed qua uiterlijk en wooncomfort uiteraard niet meer aan de eisen van de tijd. Nadat hij in 1802 zwaar in de schulden overleed zonder directe erfgenaam, werd het landgoed in 1817 aangekocht door de algemene belastinginner Rathgen. Het landgoed kwam via zijn stiefdochter in handen van de familie Von Rappard.
Irmengard von Rappard, die verloofd was met de toenmalige luitenant Paul von Bebeckendorf und Hindenburg, de latere Rijkspresident, stierf in 1871 op 17-jarige leeftijd in Sögeln.
Vandaag de dag biedt het complex met zijn vele bijgebouwen die bereikbaar zijn via een oude lindenlaan, zeer bijzondere overnachtingsmogelijkheden.