Hier komt de verbeelding van de wandelaar tot bloei - heidense offersteen? prehistorische plaats van aanbidding?
De 225 m hoge Borgberg bestaat voornamelijk uit zandsteen, dat ongeveer 130 miljoen jaar geleden in het Onder-Krijt werd gevormd als sedimentair gesteente.
Graven op het bergkampad en een voormalige grote grafheuvel uit de Bronstijd ("Hünenhövel") op Kasselmanns Esch leveren het bewijs van een prehistorische nederzetting in de buurt van de Borgberg, die voor het eerst werd genoemd in een document uit 1553 (1553 "Buerberg", 1595 "Borgberg").
Middeleeuwse overexploitatie door houtkap, overmatige begrazing en plaggenmat vernietigen de bossen totdat alleen nog heide, puin en zand de Borgberg bedekken; zandsteen wordt gewonnen in steengroeven (bijvoorbeeld voor de kerk in Hagen en de kathedraal in Osnabrück). Er ontstaan duinachtige zandverstuivingen; op andere plaatsen komen door erosie grotere zandsteenrotsen bloot te liggen, zoals de Duvensteine (1592 "Sanct Johans Rasten") en de hier gelegen zandsteenrots, die vroeger als grensmarkering diende en vanwege zijn vorm "Breiter Stein" (1785) werd genoemd.
Vanaf ongeveer 1800 begint een doelgerichte herbebossing van de Borgberg.
Toen bij de vernietiging van de grafheuvel op de Esch van Kasselmann in 1880 urnen uit de voorchristelijke tijd werden gevonden, bloeide de verbeelding op - de "Breiter Stein" werd "een steen waaruit in voorchristelijke tijden vaker offers aan Wodan en zijn vrouw Freya zouden zijn gebracht" (H. Wegmann 1917). De term "heidense offersteen" raakte snel ingeburgerd. Het is echter meer dan twijfelachtig of de rots daadwerkelijk een prehistorische plaats van aanbidding is. In plaats daarvan moet de "Brede steen" worden gezien voor wat het is: een interessant geologisch relict dat door overexploitatie in vroegere eeuwen en erosie aan het licht is gekomen. En een prachtige rustplaats voor wandelaars.
Bron: Hagen a.T.W. heemkundevereniging